Het gedeelde VAG platform

De Audi TT 8N is gebouwd op het Volkswagen Group Platform-A4 (PQ34). Het A4-platform, ook bekend als het PQ34-platform, was een veelgebruikt platform van de Volkswagen Groep voor compacte auto's dat in 1996 met de Audi A3 werd geïntroduceerd en tot vele modellen van verschillende merken heeft geleid.

PQ34-platform
Oorspronkelijk werd het “A4”-platform genoemd binnen de oudere A-platformreeks. Met de latere hernoeming van platformcodes binnen de Volkswagen-groep kreeg het de naam PQ34. “P” staat voor “passenger car (personenauto)”, “Q” (quer) duidt op een dwars geplaatste motor (transversaal), “3” refereert aan de compacte/middenklasse (C-klasse achtig) en “4” aan de generatie binnen die klasse.

Algemene kenmerken van het PQ34-platform

Compacte auto's: Het platform werd gebruikt voor een breed scala aan compacte, voorwielaangedreven familieauto's.
Modulaire architectuur: Het bood een modulair ontwerp dat later in het A-platform werd verbeterd, waardoor het mogelijk was om verschillende modellen te produceren met een gedeelde basisstructuur.
Brede inzet: Het platform werd voor een periode van ongeveer twee decennia gebruikt en werd toegepast op modellen van verschillende merken binnen de Volkswagen Groep, zoals Audi, Volkswagen, SEAT en Škoda.

Alle modellen en varianten

Dit betekent dat veel van de techniek van de TT wordt gedeeld met een reeks aan andere modellen binnen de Volkswagen groep:

Audi A3 8L; 3- en 5 deurs hatchback
Audi TT 8N; 3-deurs Coupé en Roadster
SEAT León 1M; 5-deurs hatchback
SEAT Toledo 1M; 4-deurs sedan
Škoda Octavia 1U; 5-deurs hatchback en combi
Volkswagen Bora 1J5; sedan en variant
Volkswagen Golf IV; 3- en 5-deurs hatchback en variant
Volkswagen New Beetle 9C; ook als cabrio

Afhankelijk het model wordt een 4-, 5- of 6-cilinder gebruikt als aandrijflijn met vermogens van 60 pk tot en met 250 pk voor de VR6 variant. Hieronder een visueel overzicht van de verscheidenheid aan modellen.

Audi A3 8L (3-deurs hatchback)
© foto: Audi AG

SEAT León 1M (5-deurs hatchback)
© foto: Seat S.A.

Škoda Octavia 1U (5-deurs combi)
© foto: Škoda Auto a.s.

VW Golf IV (5-deurs variant)
© foto: Volkswagen AG

Audi TT 8N Coupé (3-deurs)
© foto: Audi AG

SEAT Toledo 1M (4-deurs sedan)
© foto: Seat S.A.

VW Bora 1J5 (4-deurs sedan)
© foto: Volkswagen AG

VW New Beetle 9C (3-deurs hatchback)
© foto: Volkswagen AG

Technische kenmerken & architectuur PQ34-platform

Aspect	Kenmerk
Motorpositie	Dwars (transversaal) geplaatste motor (quer).
Aandrijving	Meestal voorwielaandrijving; in bepaalde gevallen vierwielaandrijving op basis van haldex mogelijk onder de namen: 4 (SEAT) 4x4 (Škoda) 4-motion (VW) quattro (Audi)
Voorwielophanging	McPherson-veerpootsysteem (meest gebruikte opstelling).
Achterwielophanging	Afhankelijk van variant: meeste modellen gebruikte semionafhankelijke achteras (torsieas) of onafhankelijke ophanging in duurdere varianten.
Variabiliteit	Het platform bood ruimte om verschillende carrosserie-varianten te ondersteunen: 3-deurs en 5-deurs hatcback Sedan Stationwagen Cabriolet
Afmetingen & wielbasis	De wielbasis en spoorbreedtes verschilden per modelvariant, maar allemaal in het segment van compacte / small familie modellen.
Gewicht	Afhankelijk van uitvoering en gebruikte materialen, vaak in het bereik van ~1.200 tot ~1.400 kg of meer, afhankelijk van motorisering en uitrusting.

Het Volkswagen Group Platform A4 (PQ34) bood Volkswagen voordelen, vooral door de kostenbesparingen die ontstonden door het gebruik van gedeelde componenten en productiemethoden. Het platform was flexibel om verschillende carrosserie varianten te ondersteunen, van hatchbacks, stationwagens tot sedans, en leverde een consistente basis voor onderdelen en techniek. Hierdoor kon het zelfs dienen als fundament voor krachtigere uitvoeringen met turbomotoren, de VR6 en vierwielaandrijving. Tegelijkertijd waren er ook beperkingen: omdat het platform uit de jaren ’90 stamde, voldeed het minder goed aan moderne eisen op het gebied van stijfheid, botsveiligheid en ruimtebenutting. Bovendien bood het minder modulariteit dan het latere MQB platform (de opvolger), waardoor het aanpassen aan nieuwe technologieën lastiger en minder efficiënt was.

De modulariteit en de gedeelde componenten had ook voor hobbyist voordelen. Zo zie je af en toe projecten waarbij het interieur van de TT wordt gebruikt in 1 van de broertjes of zusjes. Of het swappen van motoren.

Heb jij een leuke swap of samenvoeging gezien van de verschillende modellen op PQ34-platform, laat het ons weten?