Oplettende brochure lezers hebben het misschien al gezien: de quattro-uitvoeringen van de Audi TT beschikken over een grotere brandstoftank dan de voorwielaandrijvers (FWD). Op het eerste gezicht zou je juist het tegenovergestelde verwachten, omdat het Haldex-vierwielaandrijfsysteem ruimte inneemt onder de auto. Toch is het tegendeel waar — de quattro heeft geen kleinere, maar juist een grotere tankcapaciteit van 62 liter in plaats van 55 liter. Of je nu rijdt in de 180 pk quattro, de 225 pk-variant of zelfs de 3.2 V6, allemaal zijn ze uitgerust met deze grotere brandstoftank. Een mooi detail dat de quattro-modellen nét dat beetje extra geeft — letterlijk én figuurlijk.
Specificaties Audi TT 8N Roadster 1999 (tankinhoud Coupé is identiek)
Verschillen in opbouw van de brandstoftanks
Het is interessant om de twee verschillende brandstoftanks van de Audi TT eens goed te bekijken en zo te zien wat er achter die schitterende tankklep van de Audi TT 8N zit.
Op de bovenstaande afbeeldingen is duidelijk te zien dat de quattro-tank aan de bestuurderszijde extra volume heeft. Tegelijkertijd is er ook een verhoging aangebracht om ruimte te maken voor het Haldex-aandrijfsysteem van de vierwielaandrijving. Met andere woorden: aan de ene kant is er wat inhoud verloren gegaan, maar aan de andere kant juist weer gewonnen — een knap stukje ontwerpwerk van Audi.
Dankzij deze slimme indeling is de actieradius van de TT Roadster 180 pk met voorwielaandrijving en de TT quattro 1.8T vrijwel identiek gebleven. Volgens de fabrieksgegevens van de Roadster uit 1999 haal je bij gemiddeld verbruik maximaal zo’n 670 km (8,2 l/100km) voor de voorwielaandrijver en 660 km (9,4 l/100 km) voor de quattro. Maar eerlijk is eerlijk: om dat te halen moet je behoorlijk zuinig rijden — en de tank helemaal leeg rijden is natuurlijk niet aan te raden.
© Header foto: Arno Lingerak (Autovisie)