In April 1995 werd in de Auto Motor und Sport duidelijk dat Audi ontwerpers Freeman Thomas (exterieur), Romulus Rost (interieur) en Ralf-Gerhard Willner (engineering) onder leiding van Peter Schreyer (Audi hoofd ontwerper) bezig waren met het idee van een aluminium Roadster met quattro aandrijving. De Audi Avus en de quattro Spyder (1991) hadden eerder laten zien dat er behoefte was aan een Audi sportwagen. Alleen moest het wel een een auto worden op basis van een bestaand productie platform in plaats van een uniek nieuw te ontwikkelen van de platform. Dit om een juiste prijsstelling te kunnen realiseren.
Dat was dus de ontwerp uitdaging: een compromisloze sportwagen met karakter op basis van een bestaand platform. Dus werd met ontwikkelingsingenieur Ulrich Hackenberg een zogenaamd ‘package’ tekening gemaakt op basis van een ingekort Audi A3 chassis. Medio mei 1994 werden intern de eerste schetsen van de Roadster, die in Gaimersheim in de buurt van Ingolstadt waren gemaakt, gepresenteerd. Ook bleek dat een Coupé gewenst was aangezien er op dat moment hiervan niet echt aanbod was in dit marktsegment. Daarnaast zouden extra model varianten natuurlijk positief zijn voor de haalbaarheid. Uiteindelijk werden de TT Coupé en TTS Roadster parallel ontwikkeld.
In de buurt van Ingolstadt werd na de goedkeuring in 2 maanden tijd de eerste vormen en modellen van de TT Concept op de schaal 1 op 4 uitgewerkt, Hiermee konden de ideeën gepresenteerd worden aan Ferdinand Piëch, die zich helemaal kon vinden in het idee. Bij het design was het Bauhaus principe het uitgangspunt. Hierbij bepaald de functie de vorm en wordt gekeken of een functie zinvol is en wat er in het ontwerp te minimaliseren valt.
Om het exterieur design om te zetten in een interieur ontwerp ging in de 2e helft 1994 Romulus Rost verder in het Audi Design Center in Simi Valley (in California). Vlak voor de kerst van 1994 was het eerste idee uitgewerkt in 1 op 1 tekeningen. Gebruik van echt mat aluminium moest een link leggen naar het gebruik van aluminium door Audi in productiemodellen (in die tijd de A8). En was daarnaast passend bij de gewenste sportieve uitstraling. De ronde vormen van het exterieur werden doorgezet in het interieur. Waarbij met het verfijnen van het ontwerp constant werd gekeken of het nog past in het Bauhaus uitgangsprincipe. In die tijd werd ook al besloten dat in tegenstelling tot de concept de productie versie extra zijraampjes moest krijgen voor het gewenste Audi lijnenspel en lichtinval in het interieur.
Maart 1995 was het tijd om de ontwerpschetsen en schaalmodellen om te zetten naar een 1 op 1 kleimodel van de Coupé uitvoering. Zo kon beoordeeld worden of de lijnen van de eenvoudige basis met grote rondingen ook op ware grote werkte. Om de Roadster te beoordelen werd van het Coupé kleimodel een kunststofmal gemaakt en het dak afgesneden. Op de foto’s van het kleimodel is te zien dat deze al op de TT typische paraboolvelgen staat.
Bij het uitwerken naar de te presenteren concept modellen werd ook de basis aandrijving gekozen. Voor de Coupé ging men voor de 1.8T 4-cilinder met 150 pk (topsnelheid 225 km/h) van de Audi A4. Terwijl voor de Roadster de sterkere variant met 210 pk werd gekozen. Beide met quattro Goed voor 240 km/h en 0-100 in ongeveer 6 sec. Later in productie zijn dit varianten geworden met 180 en 225 pk.
Na Ingolstadt en Simi Valley werd, na goedkeuring van het ontwerp en de kleimodellen, door Freeman Thomas en Romulus Rost afgereisd naar Moncalieri bij Turijn Italië. Hier kon in de studio's van Italdesign gestart worden met de bouw van beide prototypen. Dit gebeurde in het grootste geheim en zelfs Giorgetto Giugiargo (Italiaanse auto-ontwerper en op richter Italdesign) mocht tijdens de bouw van de beide concepten niet de hal in en heeft alleen het eindresultaat gezien en zijn goedkeuring er over uitgesproken. In slechts 4 maanden werd de TT Coupé concept opgebouwd. Kort daarna was in de laatste week van augustus ook de parallel gebouwde TTS Roadster concept gereed. Een klus die alleen mogelijk was door de tomeloze inzet en tot in de late uurtjes door werken van de betrokkenen.
Presentatie voor publiek
De TT concept was uiteindelijk in slechts een goed jaar op tijd klaar om in september 1995 te schitteren op de IAA in Frankfurt. En dit met succes. Pers, design collega’s en publiek waren allemaal laaiend enthousiast over de compacte Audi sportwagen. Wat men nog niet wist is dat Audi eind oktober 1995 op de 31ste Tokyo Motorshow nog een verrassing had. Want daar werd de TTS Roadster concept gepresenteerd. En deze werd met nog meer enthousiasme ontvangen. Onder andere door het gewaagde baseball interieur. Een van de publiek vragen was of een sportwagen daadwerkelijk een spoiler nodig heeft. Daar komen we later nog wel op terug.
Langzaam aan werd het duidelijk dat er maar één optie was … overgaan op serieproductie. Eind 1995 was het dan ook al zover, er werd opdracht gegeven om beide concept modellen door te ontwikkelen tot een nieuwe modelreeks voor Audi. Iets wat op de Tokyo motorshow door Ferdinand Piech al enigszins werd toegezegd bij de presentatie met de uitspraak: “Het zal een paar jaar duren voordat je deze twee studies weer samen ziet.” Ulrich Hackenburg leidde de concept tot en met de serieproductie: "Voor ons was het grootste compliment, de lof van de vakpers voor het feit dat de concept auto's en het serieproductiemodel nauwelijks van elkaar verschilden, ook al moesten we een aantal details wijzigen om de auto te laten voldoen aan de eisen voor de openbare weg.
Het meest opvallende verschil tussen de productie en concept versies was de extra achterzijruit bij de Coupé. Dit voor meer licht in het interieur maar ook om een meer Audi lijnenspel te creëren. Bij de TTS is het verschil met name het verdwijnen van de luchtinlaat in de spatborden. Verder bleef veel van de concept auto’s overeind. Dit doordat vanaf de eerste schetsen een productieversie het doel was. En zeker ook omdat de ontwerpers geen concessie wilde doen. Daarom zijn kostbare elementen overeind gebleven. Denk hierbij aan de aluminium afdekkap van de radio en de knoppen voor de stoelverwarming die oppoppen. Dit moest zorgen voor een “clean” uiterlijk van het interieur. Maar denk ook aan de extra sterke vloerbedekking in plaats van het gebruikelijk velours en alle aluminium elementen ook in echt aluminium en niet van plastic met een zilver laagje. Alles om de juiste uitstraling te behouden.
In de periode van de concept ontwikkeling en introductie zijn er allerlei verhalen overgebleven. Hoe is de naam ontstaan? Wat is de favorieten kleur van de ontwerpers? De verdwenen velgen! En nog veel meer. Klik op de verschillende knoppen voor meer achtergrond informatie uit deze periode.